Herenigd met Tiengemeten

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail
Uitzicht vanuit de vogelkijkhut aan de oever van het Haringvliet
Uitzicht vanuit de vogelkijkhut aan de oever van het Haringvliet

Met Tiengemeten heb ik een liefde-haatverhouding. Ja, in die volgorde.
Het eiland in het Haringvliet, ten zuiden van de Hoeksche Waard, leerde ik kennen als jonge verslaggever. Het was particulier bezit. God regeerde nog onder de boeren die er woonden en werkten, maar van elk ander gebod trokken zij zich weinig aan.

De boeren en hun zonen reden in onverzekerde auto’s zonder deuren, waar bij elke poep gas een dikke rookpluim uit de uitlaat kwam. Ze kwamen je ermee ophalen als je door Wout Bijl, de veerman met één goed en één glazen oog, het Vuile Gat was overgezet.

Ik leerde Tiengemeten ook waarderen. Nergens anders vond je zulke uitgestrekte akkers, omzoomd door een schitterend Hollands landschap van beboomde dijken en machtige rivieren. Stijf lag het daar in de afgedamde zee-arm, alleen bevolkt door een paar boerenfamilies en verder vooral duizenden vogels. Een lilliputter die de kost verdiende als rattenvanger maakte het sprookje compleet.

img_4241In strenge winters raakte het eiland van de buitenwereld afgesneden, doordat zowel het Vuile Gat als het Haringvliet dichtvroren. De boeren probeerden zodra het kon de overkant te bereiken in een ‘boot op schenen’, een roeiboot waaronder ze glij-ijzers hadden gelast. De kinderen bleven verplicht thuis, of juist bij familie aan ‘d’n overkaant’, want zij konden niet meer elke dag met de pont worden overgezet.

Uiteraard was mijn krant, het Rotterdams Nieuwsblad, erbij toen adjudant Venema van de Rijkspolitie in Oud-Beijerland had geregeld dat de kinderen op vrijdagmiddag met de politiehelikopter naar huis werden gebracht. Venema vloog zelf mee om het tiental persoonlijk in de armen van hun ouders te geven. Op maandag belde hij mij pislink op, omdat in de krant een foto stond waaruit bleek dat ik, samen met fotografe Marieke Mandemaker, lopend over het ijs de krant van zaterdag was gaan bezorgen bij onze abonnees op Tiengemeten. ‘Als ze lezen dat je kunt lopen, krijgen we die heli niet meer!’, brieste hij.

De schoonheid van Tiengemeten viel op. De begerige ogen die op haar vielen, hadden echter weinig op met die schoonheid. Een depot voor giftig havenslib moest het worden. Dependance van de Rotterdamse haven. Locatie voor een nieuwe nationale luchthaven. Nee, een kerncentrale! Maar de boer, hij ploegde voort. Jaar na jaar, plan na plan, was er steeds één zekerheid: als de almachtige het wilde, werden vrachtwagens vol bieten, aardappelen en tarwe overgezet na weer een mooie zomer op de beste landbouwgrond van Nederland.

Toch is mijn liefde voor het eiland vervaagd, weggedrukt, vervangen door bitterheid. Uiteindelijk sneuvelde de eeuwenoude idylle namelijk toch, zij het door een aanval uit onverwachte hoek. Natuurmonumenten wist het in handen te krijgen en maakte meteen duidelijk dat het zou worden ‘teruggegeven aan de natuur’.

Het was mij een raadsel hoe dat moest, op die plek nog meer natuur toevoegen. Weleens een bloeiend aardappelveld gezien? De bollenvelden zijn er niets bij. Maar de groene maffia was compromisloos: alle boeren eraf, de dijken doorsteken en de natuur zijn gang laten gaan.

De laatste boer die het eiland moest verlaten, nu tien jaar geleden, was Leen Vos. Zoon van Adri Vos, die behalve boer op Tiengemeten wethouder van Zuid-Beijerland was. Het hele leven van Leen draaide om Tiengemeten. Hij trouwde er met zijn buurmeisje Mariska Verlinde, met wie hij tijdens die strenge winter in die helikopter had gezeten. En hij moest er het verlies verwerken van zijn moeder Geertje (presidente van de Plattelandsvrouwen in de Hoeksche Waard), die verongelukte toen ze van de boerderij naar de haven reed om nog snel de pont te halen. De brandweerwagen moest worden overgezet, om (vergeefs) hulp te bieden bij de boom die haar noodlottig werd.

Meewarig heb ik de afgelopen jaren gevolgd hoe het ‘teruggeven aan de natuur’ uitpakte. Vanaf de A29 staan bordjes richting Tiengemeten, om te voorkomen dat de duizenden bezoekers dwars door de dorpen rijden. Het kleine pontje van Bijl vaart nauwelijks meer, omdat elk uur de bietenpont nodig is om hordes dagjesmensen en vakantiegangers over te zetten. Een stuk natuur naast Café Veerdienst is opgeofferd voor een parkeerplaats waar de auto’s en bussen kunnen worden gestald.

img_4242Ja, de dijken zijn doorgestoken. Tiengemeten is deels veranderd in moeras. Bloemen hebben de vrije hand en mogen zelfs in het zaad schieten – vroeger zou dat geen boer zijn overkomen. Café Veerdienst bestaat niet meer, want op het eiland kwamen twee musea, een bezoekerscentrum, een herberg met restaurant en verspreid over de boerderijen en de arbeidershuisjes nog een zwik appartementen. In veel gevallen, zo wordt gefluisterd, wordt die kermis gerund door vriendjes van Natuurmonumenten. ‘Van die alternatievelingen uit Amsterdam’, klinkt het dan. O ja, er is ook nog een natuurspeeltuin voor kinderen, die veel weg heeft van een pretpark. Maar dan een met blubber, water en zicht op natuur.

Al die jaren heb ik Tiengemeten gemeden. Uit piëteit met de verjaagde boeren, die uiteindelijk letterlijk het veld moesten ruimen voor het mooiste speeltje van de natuurbeweging. Geen zin deel uit te maken van het sprookje dat hier een stukje oud-Nederland in oude glorie zou zijn hersteld.

Het laatste weekeinde van oktober was ik er dan toch. Na de film ‘Levende rivier’ van cineast Ruben Smit, waarmee de donderdag ervoor het Wildlife Filmfestival Rotterdam werd geopend, moest ik toch eens met eigen ogen zien wat er is geworden van het project. Huib, de zoon van Wout, zette ons in dichte mist over naar het haventje waar ik het laatst als verslaggever had aangelegd. We maakten de overtocht samen met enkele tientallen dagjesmensen, niet eens zo veel deze keer.

En, viel het mee? Sommige vooroordelen zijn bevestigd, maar zeker niet allemaal. Het eiland is prachtig en tussen die nog steeds machtige rivieren beleef je het Nederlandse getijdenlandschap op een unieke manier. Waar vroeger de gewassen groeiden op strakke akkers, tiert het ´onkruid´ nu welig. Er rijdt nog steeds bijna geen auto, dus je kunt er prachtig fietsen en wandelen. Je ziet er vogels die je aan de vaste wal vrijwel nooit tegenkomt. De zeearenden, die ik af en toe ook vanuit mijn huis boven het eiland kan zien cirkelen, vertoonden zich nu niet. Maar bij het optrekken van de mist ontvouwde zich een plaatje waar een mens zomaar weer verliefd op zou kunnen worden.

Herenigd met Tiengemeten. We gaan vast nog eens terug.

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Pervers

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Het woord ‘pervers’ wordt vaak gebruikt en meestal door mensen die onmachtig zijn beter te omschrijven waarom ze iets afkeuren. Vakbonden hebben het woord vaak nodig, linkse politici ook. Dan hebben ze het over ‘perverse prikkels’. Ze bedoelen dat hun opponenten het te gemakkelijk maken je zakken te vullen ten koste van anderen.

‘Pervers’ is vaak nodig als er waarden in het geding zijn. Misschien heb ik er daarom wel zo’n afkeer van. Iedereen koestert waarden, maar de wereld is mooier als je ze voor jezelf houdt en niet probeert op te dringen aan anderen. Veel van het leed dat we zien, begint met botsende waarden.
Ook in het Verscheurd Koninkrijk gaat het nu om waarden. Die van jongeren tegen die van ouderen. Schotten tegen Engelsen. Armen tegen rijken. En omgekeerd. Je wacht erop dat iemand het pervers noemt dat de oude, rijke Engelsen in hun zucht naar de glorie van weleer de kansen van hun jeugd vertrappen.

Toch is dit niet het moment dat ik het woord zou willen gebruiken. Dat was vorige week. Op de dag dat Jo Cox werd vermoord, vermoedelijk om de strijd die zij voerde voor ‘remain in the EU’.

De politica had haar laatste adem amper uitgeblazen, of de aandelenbeurzen veerden op. Traders op beursvloeren over de hele wereld sloegen aan het handelen, met in hun verhitte koppen een geile glimlach. De moord op deze politica, moeder van twee kleine kinderen, zou zomaar kunnen betekenen dat Brexit was afgewend.

Aandelenwinsten boeken met een politieke moord. Het is morbide. Ontaard. Afschuwelijk. Onmenselijk.

Het is pervers.

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Happy Tét!

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Zoals je in de VS vanaf eind november een maand lang overal ‘happy holidays’ wordt gewenst, zo leeft Vietnam met ongekende gretigheid toe naar hét feest van het jaar: Tét. Eigenlijk is het gewoon Chinees Nieuwjaar, of het ‘Lunar New Year’ (de eerste nieuwe maan in het nieuwe jaar). Zondagavond is Oudjaarsavond, maandag Nieuwjaarsdag. Begin van het jaar van de Aap.
imageDe symbolen die samengaan met Tét zijn niet te missen. Waar wij onze kerstbomen hebben, haalt hier iedereen bloemen in huis. Vooral gele, en dan in overweldigende hoeveelheden chrysanten die in aardewerk potten bij honderden op de trottoirs staan. Achterop de brommert gaan ze mee naar huis. Voor wie dat te dol vindt, zijn er ook leuke bonsaiboompjes met gele bloemen.image
Voor toeristen is het leuk dit feestje mee te pakken, maar de medaille heeft een keerzijde. Vluchten zijn uitverkocht, treinen al twee maanden volgeboekt (alleen nog een plekje in het gangpad bij de machinist, maar dat raden zelfs Vietnamezen je af). Een plekje in een bus lukt nog net, maar ook die zijn overvol met locals die naar hun geboortedorp gaan en de busmaatschappijen pikken een graantje mee met driedubbele prijzen (of meer). Het lukte nog net om in een nachtbus van Nha Trang naar Hoi An te komen. En daar moesten we opschieten om een kostuum te laten aanmeten, want vanaf morgen zijn de kleermakers vrij en werken ze alleen voor een flinke toeslag. Happy Tét!

 

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Rus

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Net nu ik, na bijna veertig jaar, niet meer voor Duitser word aangezien in Italië (Non sono Tedesco!), worden Annelin en ik in Nha Trang keer op keer met Russen verward. We worden op straat in het Russisch aangesproken en krijgen in restaurants zonder vragen de Russische menukaart op tafel. Bloedirritant.
Anders dan Ho Chi Minh Stad is Nha Trang vergeven van de Russen. Vrijwel de helft van de opschriften in de stad is ook in het Russisch. Ook het winkelaanbod is aangepast. Veel juwelenzaken, tassenwinkels (met in de etalage een opgezette struisvogel en krokodil, om te onderstrepen dat het juiste leer is gebruikt). En voor de inwendige Rus overal een rijk aanbod aan buffetten en goed gevulde rekken met sterke drank in elke minimarket.

image

 

 

 

 

 

Onze (ook Russische) duikleraar Konstantin weet wel hoe het komt dat Nha Trang booming is bij zijn volk. ‘Naar Egypte gaan we niet meer na de terroristische aanslagen en met Turkije hebben we ruzie. Dan blijft Vietnam over.’
Als ze allemaal zo aardig, behulpzaam en gemanierd waren als Konstantin, was het eigenlijk best leuk. Tot dan oefen ik maar op: Tôi không Nga! (Als het goed is: Ik ben geen Rus!)

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

´Niet schrikken pap!´

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

De berichten waar je het meest van schrikt beginnen met ‘Hoi pap! Niet schrikken!’

Dochter in Azië. Na drie maanden studieproject in Nepal is de tijd voor lol aangebroken. Via Maleisië, Lombok en de Gili eilanden is ze geland op Bali. Precies in de Kerstperiode, als daar een onophoudelijke stroom Aussies landt met als voornaamste (enige) doel zich in recordtempo te laten vollopen. Zoals Britten aan de Costa Brava, maar dan erger.

In een honderdste van een seconde rollen de rampen over mijn netvlies. Nog voor ik verder kan lezen, herbeleef ik alle afleveringen van CSI en Grey’s Anatomy. In gedachten ben ik al een ticket naar Bali aan het boeken, als ik me iets realiseer: ze schrijft, dus ze is bij kennis en heeft nog twee armen.

Annelin BaliDat laatste blijkt maar ten dele waar. ‘Ik ben vandaag gevallen met de scooter. Het was in een bocht waar ineens veel zand lag. Er zit een grote (en echt diepe) wond in mijn onderarm, bij elleboog. Verder zijn m’n armen, knie en tenen geschaafd.’

Wat volgt is het relaas van een bezoek aan de enige verpleegkundige die in de wijde omgeving te vinden was (hilarisch detail: dat bleek een week later de plaatselijke vroedvrouw, die van veel verstand heeft, maar niet van het reinigen van diepe wonden).

Opvoeden is leren loslaten, houd ik mezelf al heel lang voor. Met succes, want zowel zoon als dochters zijn voorbeeldig en lijken goed overweg te kunnen met mijn vaste aanmoediging ‘Doe niets wat ik ook niet zou doen.’

Het loslaten is ook gelukt. Zoon woont al weer jaren met een club vrienden/zakenpartners in Boedapest (maar nu even niet, want als je 250 video’s moet opnemen doe je dat toch het beste op Koh Samui). De ene dochter doorkruist voor studie en plezier een half jaar Azië. De andere is nu even aan het blokken in Leiden, maar maakt alweer aanstalten om haar masters te gaan doen in Rome. Meervoud ja, want toen ze eenmaal los was vond ze één studie tegelijk wat saai.

Wond 1‘Voor de zekerheid heb ik dus antibiotica,’ zegt de Aziatische reizigster nog ter geruststelling. De dagen erna worden de berichten en de meegestuurde foto’s huivering-wekkend. ‘Het gat is al een stuk kleiner. Wel opnieuw antibiotica gehad en pijnstillers.’ Een week later, inmiddels vanuit Laos: ‘Het probleem is dat die wond zo diep is. Er komt nu elke keer zooi uit (ziet er een beetje uit alsof je kip gaat bakken en er allemaal van dat eiwit uitkomt).’

Fijn zo. Ik denk aan de keer dat ze, als kleuter wippend op een stoeltje, achterover was gevallen op de granieten rand van de open haard. Nog zie ik de verbeten blik op het moment dat de dokter het gapende gat in haar achterhoofd dicht en van een enorm verband voorziet. Geen traan vloeide er. Behalve bij mij.

Uiteindelijk komt er pas weer wat licht aan het einde van de tunnel als ze in Cambodja een internationale kliniek bezoekt en de wond eindelijk eens echt goed laat bekijken. ‘Consult 88$,’ foetert ze. Er is ook prettig nieuws. Nog maar een klein open wondje. En geen kipprut meer. Toch duurt het nog bijna een week voor het verlossende bericht komt in de Familie-app: ‘Het gat in m’n arm is dicht!!!’

Mijn hart klopt al lang weer op normale snelheid. Ook deze momenten horen bij het loslaten. Zodra ik ze uitzwaai op het vliegveld, doe ik steevast een schietgebedje. Ik denk aan MH17, aan die twee meisjes van haar leeftijd die zoek raakten in Panama – aan welk onheil eigenlijk niet? Maar ik zie ook mijn moeder weer voor me, die ik altijd overbezorgd vond en ooit op de avond voor een schoolreisje toebeet ‘Waarom moet jij altijd alles verpesten met je waarschuwingen?’

Loslaten dus. Maar gelukkig niet helemaal. Morgen vlieg ik mijn Aziëreizigster tegemoet om gehoor te geven aan een ander berichtje van haar: ‘Zin om de laatste drie weken mee te gaan backpacken in Vietnam?’

Annelin Laos

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail