List en bedrog

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Wat was er eerder, het afdingen of het oplichten? Het is een traditionele kip-ei discussie. Zonder elkaar kunnen ze niet bestaan.
Hoe geweldig Vietnam ook is, het heeft een duistere kant. Alle reisgidsen en blogs waarschuwen ervoor: scams, oplichterspraktijken. Je kunt als toerist geen drie stappen zetten zonder op de korrel te worden genomen door iemand die graag de laatste dong uit je zak wil praten.
Op dit vlak ben ik verre van een zacht ei, maar al bij mijn eerste stappen op Vietnamese bodem bewijs ik het tegendeel. Nou ja, vooruit, bij de tweede, want de visumafgifte loopt gesmeerd. Maar dan.
Met een lach die verraadt dat ik ze door heb, loop ik op de luchthaven van Ho Chi Minh Stad de kantoortjes voorbij die een taxi aanbieden tegen betaling van (extra!) servicekosten. Ik stap buiten zelf op een van de officiële taxi’s af, zie dat hij een meter heeft, stap in en… ga voor gaas.
‘Airporttaxi fixed price,’ zegt de chauffeur en hij laat me een prachtig gelamineerd kaartje zien waarop staat dat een rit naar de stad 30 tot 35 dollar kost. ‘En graag nu vast betalen, want ik moet de tol bij het vliegveld contant afrekenen.’
Zachtgekookt was ik misschien niet, maar wel een ei. Want natuurlijk stap je alleen in een taxi met een meter die ook echt wordt aangezet. Uiteindelijk geef ik hem 30 dollar. De hele weg blijft hij smeken en bedelen om de laatste 5, maar die kan hij op zijn buik schrijven. ‘Fixed price,’ is nu mijn tekst.

image
Het enige dikke aan sommige taxi’s is de rekening

Het tafereel zal de Vietnamreiziger tot vervelens toe blijven achtervolgen. Vooral bij stations en luchthavens ben je overgeleverd aan de taximaffia. Ze spannen (bijna) allemaal samen en houden de gelederen keurig gesloten.
In Hanoi hebben we de pech aan de rand van de nacht het stationsplein op te rollen, uit de nachttrein. De ene na de andere chauffeur weigert ons ‘op de meter’ naar het centrum te brengen. Ze willen 200.000 dong hebben, 8 euro. Pas na veel gedoe vinden we iemand die het voor 120.000 doet. Als we de andere dag terug gaan met een taxi waar de meter wel aan staat, rekenen we 26.000 dong af. 1 euro.
imageZelfs in het openbaar vervoer moet je oppassen. Als we tegen 8 uur ’s ochtends bij een van de officiële busstations van Hanoi aankomen voor een rit naar Halong Bay, roept een vriendelijk knaapje dat we nog net met de bus van 8 uur mee kunnen, als we opschieten. Samen met een Rus stellen we de vraag die elke toerist hier voor in de mond ligt: ‘How much?’
Het knulletje heeft geen tijd. Opschieten moeten we. Terwijl we naar zijn bus lopen, blijven we aandringen. ‘How much!’ Hij graait in zijn zak en laat eventjes een biljet van 200.000 dong zien. Per persoon. Dat is de prijs die je voor een toerbus betaalt, niet voor de streekbus.
De Rus loopt mee, wij zoeken toch maar de kaartverkoop op. Daar kopen we voor 160.000 dong 2 kaartjes voor de bus van 9 uur, want die imagevan 8 uur is net weg. ‘O nee, toch niet,’ zegt de verkoopster en ze schrijft nieuwe kaartjes uit. ‘Loop maar met hem mee’, zegt ze en wijst naar het knaapje van zojuist. Die staat aan het loket naast ons kaartjes te kopen. Voor de Rus en de andere mensen die hij voor 200.000 de bus in heeft weten te praten. Per ticket 120.000 dong winst, dat is een rendement van 150 procent voor het oplichtertje. Als we bij de bus aankomen, verontschuldigt hij zich bij de chauffeur dat wij echte kaartjes hebben. Die zit dus ook in het complot.

De trucs zijn zo wijd verbreid, dat je er paranoïde van wordt. Sommige verkopers kijken ons gek aan als het wantrouwen van onze gezichten druipt bij het horen van een prijs. En we betrappen ons erop dat we soms heibel schoppen over (omgerekend) 6 eurocent.
Maar dan hebben we er toch weer een bij de ballen. ‘Hé’, zegt Annelin in een restaurant in het bergstadje Sapa, ‘bij jou staan heel andere bedragen op de kaart dan bij mij.’ Het klopt. Een biertje kost bij mij 25.000 dong, bij haar 10. Noodles met rundvlees bij mij 149.000 dong (het voor hier schandalige bedrag van € 5,91), bij haar voor 50.
Mijn conclusie is snel getrokken: een aparte prijskaart voor locals. Factor 2,5 voor die stomme toeristen. Als de ober de menukaarten wil meenemen, houden we de goedkope als wapen achter.
Hoe het komt weet ik niet meer, maar ergens slaat de twijfel toe. ‘Wacht eens,’ zegt Annelin. ‘Wat betekent dat Chinese tekentje dat op elke pagina van het menu staat?’ De currency converter biedt snel uitkomst. We hebben het menu met prijzen in Chinese Yuans.

'Wat is dat voor Chinees tekentje daar rechtsboven?'
‘Wat is dat voor Chinees tekentje daar rechtsboven?’

Inderdaad een factor 2,5 (x 1000) verschil. Logisch, zo’n kaart, als je op 30 kilometer van de Chinese grens zit in een gebied waar ook de noorderburen graag een uitstapje maken.
De eigenaar van het restaurant heeft ook nagedacht. ‘Waarom wilden ze die menukaart bij zich houden?’ Nog voor wij iets kunnen zeggen, verontschuldigt hij zich omstandig voor de bezetting vanavond. ‘Vanwege Nieuwjaar is de kok naar zijn geboortedorp, net als de meeste mensen uit de bediening. De service en de kwaliteit zijn misschien niet optimaal geweest.’
Wij schamen ons en geven een dikke fooi.

facebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmailfacebooktwittergoogle_plusredditpinterestlinkedinmail

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *